Bij vloerverwarming op waterbasis worden er verwarmingsbuizen in de vloer verwerkt. Deze buizen kunnen zowel bij een reeds bestaande vloer (door middel van infrezen, met het ThinMat-systeem of met een droogbouw-systeem) als in een nieuw aan te brengen dekvloer worden geïnstalleerd (door bijvoorbeeld knopen op gegalvaniseerde krimpnetten of bevestiging op Tacker-isolatieplaten). De buizen van het systeem kunnen na installatie via een verdeler op een CV-installatie, op stadsverwarming of op bijvoorbeeld een warmtepomp worden aangesloten.
VloerverwarmingSinstallaties voor nieuwe dekvloeren |
||||||
Wanneer er een nieuwe dekvloer wordt aangebracht, dan kunnen vloerverwarmingsbuizen direct in de nog aan te brengen dekvloer worden verwerkt. Afhankelijk van de beschikbare installatiehoogte kunnen deze buizen worden aangebracht op gegalvaniseerde krimpnetten of op Tacker-isolatieplaten van 20 of 30 millimeter dik. | ||||||
● |
Installeren met behulp van gegalvaniseerde krimpnettenBij deze vloerverwarmingsinstallatie worden er over de gehele ondervloer gegalvaniseerde krimpnetten aangebracht. De buizen van het vloerverwarmingssysteem worden met behulp van binddraad op deze krimpnetten bevestigd en op het gemonteerde buizenpatroon kunt u vervolgens een afwerkvloer aanbrengen. |
|||||
DEKVLOER-SYSTEEM
|
||||
Systeemhoogte Minimale installatiehoogte |
50 mm ~ 100 mm 50 mm |
|||
Buisdiameter Buisafstand (hart-op-hart) |
16 mm x 2,0 mm 10 cm |
|||
● |
Installeren met behulp van HET TACKER-SYSTEEMBij vloerverwarming op Tacker-isolatieplaten worden er over de gehele ondervloer EPS-isolatieplaten van 20 of 30 millimeter dik aangebracht. De vloerverwarmingsbuizen worden vervolgens met behulp van kunststof bevestiging-nieten op deze isolatieplaten bevestigd en op het gemonteerde buizenpatroon kunt u vervolgens de afwerkvloer aanbrengen. Wanneer de Tacker-methode wordt gebruikt voor installatie op gespoten PUR, dan wordt er gebruik gemaakt van rasterfolie. |
DEKVLOER-SYSTEEM
|
||||
Systeemhoogte Minimale installatiehoogte |
90 mm ~ 120 mm 90 mm |
|||
Buisdiameter Buisafstand (hart-op-hart) |
16 mm x 2,0 mm 10 cm |
|||
Meer informatie | ||||
VloerverwarmingSinstallaties voor RENOVATIE-PROJECTEN |
||||||
Wanneer er vloerverwarming in een bestaande situatie geïnstalleerd moet worden, speelt de totale systeemhoogte vaak een belangrijke rol. Dekvloeren van cement en anhydrite zijn in de meeste gevallen geschikt voor installeren door middel van infrezen. | ||||||
● |
Installeren door middel van infrezen in een dekvloerWanneer vloerverwarming wordt ingefreesd, dan komen er buizen in sleuven van ongeveer 15 tot 20 millimeter diep in de bestaande dekvloer te liggen. Deze sleuven worden met behulp van een professionele diamantzaagmachine in de zandcement- of anhydrite dekvloer gemaakt. Vloerverwarming installeren door middel van infrezen kan zowel verwezenlijkt worden na oplevering van een nieuwbouw woning als in bestaande woningen en gebouwen, die beschikken over een bestaande afwerkvloer. |
DUNBED-SYSTEEM
|
||||
Systeemhoogte Minimale installatiediepte |
n.v.t. 15 mm ~ 20 mm |
|||
Buisdiameter Buisafstand (hart-op-hart) |
14 mm x 2,0 mm 10 cm |
|||
● |
Installeren door het infrezen van fermacellBij vloerverwarming met Fermacell-platen worden de vloerverwarmingsbuizen ingefreesd in gipsvezel vloerelementen met een gezamenlijke dikte van 25 millimeter (deze vloerplaten dienen te worden geleverd en gelegd door derden). Deze techniek kan worden gebruikt wanneer er wordt geïnstalleerd op houten ondervloeren of wanneer er geen aanpassingen gedaan kúnnen of mógen worden aan bestaande dekvloeren. Eén van de belangrijkste verschillen met droogbouw-systemen is dat er op Fermacell direct gelijmd kan worden en dit maakt deze installatiemethode ook geschikt voor het aanbrengen van bijvoorbeeld tegels en plavuizen. |
DUNBED-SYSTEEM
|
||||
Systeemhoogte Minimale installatiehoogte |
25 mm of 34 mm 25 mm of 34 mm |
|||
Buisdiameter Buisafstand (hart-op-hart) |
12 mm x 1,5 mm 10 cm |
|||
droogbouw-VLOERVERWARMINGSINSTALLATIES |
||||||
Als u vloerverwarming wilt installeren op plaatsen waar de dragende constructie minder sterk is (zoals bij houten ondervloeren) dan bieden droogbouw-installaties uitkomst. Afhankelijk van de uiteindelijke vloerafwerking waarvoor wordt gekozen, kunnen er EPS-isolatieplaten met warmte-spreidingsprofielen op de ondervloer worden aangebracht of buizen kunnen in Fermacell-vloerelementen gefreesd worden. | ||||||
● |
DROOGBOUW-InstallatieS met isolatieplaten en geleidingsprofielenDBS-droogbouwsystemen zijn laaggewicht installatie-oplossingen, die bestaan uit hoogwaardige EPS-isolatieplaten en warmtegeleiding-lamellen waarin vloerverwarmingsbuizen bevestigd worden. Deze techniek van vloerverwarming installeren kan gebruikt worden wanneer er wordt geïnstalleerd op houten ondervloeren of als er geen aanpassingen gedaan kúnnen of mógen worden aan bestaande dekvloeren. |
DBS14 DROOGBOUW-SYSTEEM
|
||||
Systeemhoogte Minimale installatiediepte |
25 mm 25 mm |
|||
Buisdiameter Buisafstand (hart-op-hart) |
14 mm x 2,0 mm 12,5 cm |
|||
DBS10 DROOGBOUW-SYSTEEM
|
||||
Systeemhoogte Minimale installatiediepte |
15 mm 15 mm |
|||
Buisdiameter Buisafstand (hart-op-hart) |
10 mm x 1,3 mm 10 cm |
|||
● |
Installatie met het heatboard w-systeemBij HeatBoard-installaties worden er over de gehele ondervloer geprofileerde EPS-isolatieplaten met een totale hoogte van 18 mm gelegd. Deze platen zijn voorzien van een aluminium toplaag en in de uitsparingen van deze platen worden vervolgens vloerverwarmingsbuizen met een diameter van 12 mm bevestigd. Doordat de buizen vrijwel direct onder de vloerafwerking liggen, zal er een snelle opwarming van de vloer plaatsvinden. |
heatboard w-Droogbouw
|
||||
Systeemhoogte Minimale installatiehoogte |
18 mm 18 mm |
|||
Buisdiameter Buisafstand (hart-op-hart) |
12 mm x 1,5 mm 12,5 cm |
|||